Vorig jaar was de huizenkoper in ons land gemiddeld 39,4 jaar oud, blijkt uit donderdag gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Kadaster. Dat is de hoogste leeftijd sinds het CBS in 1995 begon daar statistieken over bij te houden. Vergeleken met 2010 betekent dat een toename van vier jaar, terwijl de gemiddelde leeftijd van alle Nederlanders in diezelfde periode met 1,4 jaar steeg. De gemiddelde leeftijd van huizenkopers stond in 1995 op 34,6 jaar en bleef in de eerste jaren daarna nagenoeg gelijk. Vanaf 2002 werd een stijging ingezet tot 36,1 jaar in 2007. De crisis op de woningmarkt maakte daar een einde aan. Doordat de doorstroming stagneerde nam het aandeel starters op de woningmarkt in de jaren tussen 2008 en 2010 toe. Dat de doorsnee huizenkoper daarna weer in rap tempo ouder is geworden, hangt volgens het CBS onder meer samen met strengere hypotheekregels die de laatste jaren van kracht zijn geworden. Starters moeten daardoor meer eigen geld meebrengen en dus langer sparen voordat zij een woning kunnen kopen.

Dat blijkt vrijdag uit cijfers van de Thuiswinkel Markt Monitor door onderzoeksbureau GfK. Met name in het vierde kwartaal van 2016 werd een aanzienlijke groei geconstateerd. Toen schafte 82 procent van de Nederlanders van vijftien jaar en ouder online producten of diensten aan. De aankopen waren in dat kwartaal goed voor een totaalbedrag van 6,15 miljard euro. Dat is 27 procent meer dan in dezelfde periode een jaar eerder. De groeicijfers zijn volgens GfK-onderzoeker Gino Thuij vooral te danken aan een aantrekkende economie, een groeiend consumentenvertrouwen en het verdwijnen van belangrijke ketens in de winkelstraat. Daarnaast is de prijs online aan het dalen, constateert Thuij. "Nederlanders zoeken en vinden voor merkartikelen steeds vaker online koopjes." De online uitgaven aan producten groeiden in 2016 met 25 procent naar 11,01 miljard euro. Aan online diensten (onder meer reizen en tickets voor evenementen) werd 9,15 miljard euro uitgegeven. Dat is een stijging van 19 procent. Binnen de uitgaven aan producten groeiden vooral de bestedingen aan schoenen. Nederlandse consumenten gaven in totaal 926 miljoen euro aan schoenen uit, tegenover 642 miljoen euro een jaar eerder. Andere segmenten waar veel aan werd uitgegeven zijn lifestyleproducten, IT en voedsel. Uitgaven in de fysieke winkelstraat bleven nagenoeg stabiel. Het totaalbedrag liep met 1 procent terug. Dankzij de online verkopen steeg de totale omzet van de detailhandel met 4 procent.

De zogenoemde hypotheekproductie voor doorstromers steeg vorig jaar van 33 miljard naar 44 miljard euro, blijkt vrijdag uit gegevens van IG&H Consulting & Interim.Het gaat in dat geval om de waarde van de hypotheken die zijn verstrekt aan huishoudens die van een eigen woning naar een ander koophuis zijn verhuisd. Volgens het adviesbureau zit de groei met name bij de doorstromers en houden starters de groei van de markt niet bij. Doorstromers zijn inmiddels goed voor meer dan de helft van de omzet. De totale Nederlandse hypotheekproductie, ook wel hypotheekomzet genoemd, kwam vorig jaar uit op 81 miljard euro. Dit bedrag is een kwart hoger dan in 2015. Niet alleen werden er meer hypotheken verstrekt, ook de gemiddelde hypotheeksom is toegenomen. Vorig jaar zijn meer dan 307.000 hypotheken verstrekt. Dit komt neer op een toename van ruim 16 procent. "Ook de huizenprijzen zaten het afgelopen jaar in de lift", aldus Smit. "Ondanks de stijging van 6,3 procent zien we dat er weer volop wordt verhuisd. Consumenten hebben weer vertrouwen in de economie."