Nederlanders zijn ten opzichte van andere landen uitermate voorzichtig. Niet alleen wordt een groot deel van het spaargeld veilig op een bankrekening gezet (met een lage vergoeding), ook is Nederland het land waarin gemiddeld de meeste verzekeringen worden afgesloten. Doordat de inflatie ervoor zorgt dat er minder gekocht kan worden, wordt het spaargeld dan ook steeds minder waard. Ook de toevoeging dat de belastingdruk op spaargelden 1,2 procent per jaar bedragen, biedt spaarders weinig opbrengsten. Een alternatief die momenteel toch weer interessanter is, is beleggen. Veel particulieren hebben dat juist de afgelopen jaren afgebouwd, maar omdat sparen ook weinig oplevert is het een mogelijk goed alternatief. Veel particulieren beginnen dan ook weer voorzichtig met beleggen in, vooral, langdurige producten als obligaties, grondstoffen en vastgoed.

Staatssecretaris Frans Weekers heeft een brief aan de Tweede Kamer ingediend waarin een voorstel is opgenomen dat de pensioenleeftijd in 2059 mogelijk naar 71,5 jaar gaat. De komende tijd wordt deze stapsgewijs al verhoogd naar 67 jaar. De AOW-leeftijd wordt gekoppeld aan de levensverwachting welke door het Centraal bureau voor de Statistiek (CBS) is berekend. Volgens pensioendeskundigen zal tevens het pensioen op die datum verlaagd zijn tot circa 50 procent van het laatstverdiende salaris.

In de bladen en kranten wordt de laatste tijd reclame gemaakt voor alternatieve spaarproducten; spaarproducten die een hoger rendement bieden als de inmiddels lage rentevergoeding op spaarrekeningen. Omdat de producten een hoger risico hebben, wordt hier door de Autoriteit Financiele Markten (AFM) voor gewaarschuwd. Goud en grond zijn vaak alternatieven die voorgespiegeld worden als aantrekkelijke alternatieven. De AFM meldt echter dat beleggingen in deze producten ook een risico met zich meebrengt. Het is immers geen spaarrekening. De AFM geeft als advies dat u zich goed voor laat lichten als u een dergelijk product wil afsluiten als alternatief voor uw spaarrekening.